Geluidsbronnen en geluidsoverdracht
Een geluidsbron veroorzaakt trillingen welke aan de lucht om de bron heen worden doorgegeven en weer door het oor worden opgevangen. Er moet dus altijd een bron zijn waaruit het geluid ontstaat. Een aantal voorbeelden van geluidsbronnen zijn:

•    Een radio
•    Een muziekinstrument
•    Auto’s of een snelweg waarover veel auto’s rijden
•    Je stem


Om geluid (trillingen) door te geven is er altijd een tussenstof (ook wel medium genoemd) nodig om het geluid door te geven. In veel gevallen is deze tussenstof lucht. Bij een live uitzending op de radio zijn er een aantal bronnen en tussenstoffen die gebruikt worden. De stem van de presentator is de bron van het geluid. Via de lucht (tussenstof) wordt dit geluid aan de microfoon doorgegeven (ontvanger). Deze microfoon is zelf ook weer een geluidsbron, in de microfoon wordt het geluid omgezet in stroompjes welke door de snoeren van de microfoon (tussenstof) naar de radio gaan (ontvanger). Als je naast de radio zit te luisteren is de radio weer de bron, en de lucht de tussenstof die het geluid bij jou brengt. Jij (of eigenlijk jou oor) is dan de ontvanger.