Staande en lopende golven

Lopende golf

Een lopende golf is een golf waarbij punten verschillende fases hebben. Alle punten gaan na elkaar door de evenwichtsstand en bereiken ook na elkaar de uiterste stand. Alle punten hebben dezelfde amplitude.
Elk punt voert dezelfde beweging als een voortgaand punt, maar dan een beetje later dus met een faseverschil. Een golfbeweging ontstaat als een harmonische trilling zich met constante snelheid door een reeks van punten voortplant. De golflengte is de afstand waarover de trilling zich voortplant in een trillingtijd

λ = v . T

(Golflengte is voortplantingssnelheid delen door trillingstijd)

Staande golf
Alle punten tussen twee opeenvolgende knopen hebben dezelfde fase en aan de weerszijden van de knoop een tegengestelde fase. Alle punten gaan dus tegelijkertijd door de evenwichtsstand en bereiken ook tegelijkertijd de uiterste stand. Alle punten op een kwart golf, van knoop tot buik, hebben een verschillende amplitude.


Alle punten tussen twee opeenvolgende knopen hebben dezelfde fase. Knopen zijn punten waar de uitwijking gelijk aan nul is. Buiken zijn punten waarbij de uitwijking maximaal is.

Overeenkomst staande en lopende golven

    1.     Zowel bij een lopende als bij een staande golfbeweging voert elk punt een harmonische trilling uit, waarbij

2.     de trillingstijd van elk punt even groot is, terwijl

3.     de golflengte bij een lopende golfbeweging gelijk is aan de golflengte bij de staande golfbeweging (tweemaal de afstand tussen twee opeenvolgende knopen)

Verschil staande en lopende golven

1.     Bij een lopende golf hebben alle punten een verschillende fase; dus alle punten gaan na elkaar dor de evenwichtsstand en bereiken na elkaar de uiterste stand.

2.     Alle punten hebben dezelfde amplitudo bij een lopende golf

3.     Bij een staande golf hebben alle punten tussen twee opeenvolgende knopen dezelfde fase. Alle punten gaan dus tegelijkertijd door de evenwichtsstand en bereiken tegelijkertijd de uiterste stand.

4.     Alle punten op van knoop tot buik hebben een verschillende amplitudo.

 

 Terugkaatsing van een transversale golf bij een vast einde

Door terugkaatsing wordt:

1.     Een golfberg een golfdal als hij terug keert.

2.     Een golfdal een golf berg als hij terug keert.

 Terugkaatsing van een longitudinale golf bij een vast einde

1.     Een verdichting keert na terugkaatsing bij een vast einde als een verdichting terug

2.     Een verdunning keert na terugkaatsing bij een vast einde als verdunning terug

 Terugkaatsing bij een vrij einde

1.     Bij terugkaatsing bij een vrij einde blijft de fase gelijk

2.     Bij een transversale golfbeweging keert een golfberg als een golfberg terug

3.     Bij een longitudinale golfbeweging keert een verdichting als een verdunning terug